Biografie door Mats Beek

Bertus Aafjes was het eerste kind van Joannes Aafjes en Nicolasina Minkels en werd geboren op 12 mei 1914 in Amsterdam. Zijn vader kwam uit de Zaanstreek, uit een socialistische/anarchistische familie. Zijn moeder kwam uit Brabant en was vroom katholiek. De ouders hadden een gemengd (kerkelijk) huwelijk. De kinderen wiste niet dat de vader niet-katholiek was. Toen Bertus Aafjes 12 jaar was overleed zijn vader.

Bertus Aafjes groeide op in de Borneostraat, in het oostelijk deel van Amsterdam. Hij volgde zeven jaar een opleiding tot priester (Ignatiuscollege in Amsterdam, College van het Heilig Kruis te Uden, klein-seminarie Hageveld (bisdom Haarlem) en het philosophicum te Warmond).

In 1936 waren zijn twijfels m.b.t. het priesterschap zo groot geworden, dat hij de studie opgaf. Hij was toen 21 jaar en deze keuze betekende dat hij geen enkel diploma/opleiding had en niet voorbereid was op een leven buiten ‘de katholieke wereld’. In maart 1936 reisde hij per fiets naar Rome. Dit werd bij Bazel een voetreis, omdat hij geen geld had om zijn fiets de grens over te krijgen. Hij zette zijn fiets op de trein naar Amsterdam en ging verder te voet. Op 12 mei 1936 (zijn 22e verjaardag) kwam hij aan in Rome. De terugreis ging via Italië, Zwitserland en Frankrijk en duurde veel langer. Na in totaal 9 maanden was hij terug in Nederland. Terug van zijn voetreis studeerde Bertus Aafjes archeologie in Leuven (1937) en Rome (1938).

Kort voor de oorlog ontmoette en trouwde hij Tine Wesseling. Zij werd later bekend als schilderes: Francisca Aafjes. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat Bertus Aafjes met vrouw en kinderen ondergedoken in Terbant in Friesland en in Heerenveen bij predikant-essayist F.R.A. Henkels. Er werd een zoontje geboren dat, bij de geboorte, een hersenbeschadiging opliep. Clandestien liet hij enkele dunne bundeltjes verschijnen, waaronder: In het Atrium der Vestalinnen en Een voetreis naar Rome. Vanaf 1940 wijdde hij zich geheel aan de literatuur.

Kleine katechismus der poëzie (1944) is een ironische verhandeling over het schrijven van poëzie. Het boek heeft als motto: ‘Iedere intelligente uitspraak over poëzie is bereid een kwartier later zelfmoord te plegen, zo ook deze.’ Een voetreis naar Rome werd direct na de oorlog officieel uitgegeven en werd een groot succes. Door critici werd het vergeleken met Mei van Gorter.In een jaar werden er 30.000 exemplaren van verkocht. Waarschijnlijk mede doordat J.H.G. Creighton er in De Linie op de voorpagina een ‘vlammend protest’ tegen schreef en Aafjes ‘zonde en heidendom’ verweet. Een voetreis naar Rome is in vier-voetige jamben geschreven. Het bestaat uit drie delen, elk weer onderverdeeld in stukken, telkens voorzien van een titel. Het is geen exact verslag van de reis in 1936, maar een reportage, gemaakt ‘door een romantische bril’, met beschrijvingen van de natuur en plaatsen onderweg en met het blootleggen van de ziel van de dichter.

In 1947 maakte Aafjes (zonder vrouw en kinderen, zij bleven in Bergen) een reis naar Egypte, als onbezoldigd perschef van een lunapark. In veel van zijn werk (o.a. in morgen bloeien de abrikozen) komt hij hier op terug. Zijn vrouw kwam over toen hij, tijdens een cholera-epidemie, in een ziekenhuis werd opgenomen. Egyptische brieven (1948) bevat zes brieven die Bertus Aafjes uit Egypte aan de dichteres M. Vasalis schreef.

In 1950 komen Bertus Aafjes en zijn vrouw terug in Nederland. Nu reist hij naar het Midden-Oosten om voor 'De volkskrant' de oprichting van de staat Isral te beschrijven. Ook reisde hij in 1950 door Griekenland. In 1951 ging Bertus Aafjes met zijn vrouw en drie dochters wonen in een deel van kasteel Hoensbroek (eigendom van de Limburgse Staatsmijnen, die er o.a. een cultureel centrum in hadden gevestigd). Op uitnodiging van 'De Volkskrant' reisde hij in 1951 door Frankrijk om een biografie te schrijven over Vincent van Gogh.

In 1956 reisde hij door de Verenigde Staten. Van deze reis hield hij een logboek bij, dat verscheen als: logboek voor "Dolle Dinsdag". “Dolle Dinsdag” was de bijnaam die hij aan zijn in 1954 geboren dochter Diana gegeven had. Dit boek werd later herdrukt als: Ik ga naar Amerika. Bertus Aafjes had veel succes met zijn journalistieke reisbeschrijvingen.

In oude Japanse archieven ontdekte Bertus Aafjes tijdens rijzen naar Japan (1958 — hij was een van de eerste reizigers die via de Noordpool naar Japan vloog — , 1964 en 1970) een oude Japanse rechter, over wiens juridische wapenfeiten nog steeds door straatvertellers van Tokyo werd gesproken. Deze rechter leefde in de zestiende/zeventiende eeuw. Deze rechter Ooka boeide Aafjes zo dat hij er vier boeken aan wijdde: Een ladder tegen een wolk, De rechter onder de magnolia, De koelte van een pauweveer en De vertrapte pioenroos. Later schreef hij over deze rechter op verzoek het boekenweekgeschenk 1973: Een lampion voor een blinde. Dit moest ook geschikt zijn voor een televisiespel. Dit bracht zoveel beperkingen mee dat Aafjes op dit boekenweekgeschenk met gemengde gevoelens terugkijkt.

In 1973 verhuisden Aafjes en zijn vrouw van kasteel Hoensbroek naar een bungalow in Swolgen (Noord-Limburg, bij Venlo). In 1975 reisden Aafjes en zijn vrouw door Afrika, in het spoor van Livingstone en Stanley.

Zijn poëzie wordt gekenschetst als: “lyrisch-romantisch, virtuoos maar natuurlijk, eenvoudig.” In het werk van Aafjes staat de mens centraal. In zijn eerste werk de zoekende mens, zoekend naar de plek van de godsdienst in zijn leven en zoekend naar de liefde. Het latere proza ademt een zeer positieve levenshouding. Bertus Aafjes heeft een ridderorde geweigerd.

Eind 1992 werd Aafjes plotseling opgenomen in het ziekenhuis vanwege plotselinge blindheid. De oorzeek bleek kanker te zijn. Toen dat duidelijk was, is hij de resterende tijd thuis verpleegd. Bertus Aafjes overleed in zijn woning in Swolgen. Hij werd op 26 april begraven op het RK Kerkhof in Swolgen. Al veel eerder had hij die plek, achter het tuinhuisje, tegen de muur, zelf aangewezen. Bij toeval was die plaats precies op het moment van zijn begrafenis ook aan de beurt (anders zou het waarschijnlijk niet gebeurd zijn).


Bron: Schrijversnet.info